Eind vorige week werden in Spanje enkele teksten gelanceerd die wijzigingen voorstellen aan de federale erf-en schenkbelasting maar ook de federale solidariteitsbijdrage.

Het betreft twee documenten die wijzen op een trend om meer inkomsten te genereren uit zowel de successie- en schenkingsrechten als de vermogensbelasting en de tijdelijke solidariteitsbelasting op grote vermogens.

Het eerste document is het kaderverslag van de 41e conventie van de Spaanse Socialistische Arbeiderspartij (“PSOE”), en het tweede bevat amendementen op een eerder wetsvoorstel van de parlementaire groep SUMAR.

De teksten kaderen allen binnen de voornemens van de Spaanse federale regering om de gunstige regionale fiscale regimes te neutraliseren. Met deze wetswijzigingen zou de belastingplichtige blootgesteld worden aan een vorm van erf- en schenkbelasting of vermogensbelasting, ook wanneer men woont of vastgoed aanhoudt in een regio waar vandaag een beperkte taxatie geldt.

ERF- EN SCHENKBELASTING

Voor de heffing van schenk- en erfbelasting gelden de volgende territoriale principes:

• Voor Spaanse inwoners speelt het regime van de regio van de woonplaats;
• Voor niet-inwoners die eigenaar zijn van Spaans vastgoed, speelt de wetgeving van de regio waar het onroerend goed gelegen is.

Het gevolg is dat sommigen kunnen genieten van grote vrijstellingen in de erf- en schenkbelasting op regionaal niveau, zoals bijvoorbeeld diegenen die wonen in Madrid, Valencia en Andalusië.

Zowel PSOE als SUMAR stellen nu voor om een federale belasting op grote nalatenschappen en schenkingen in te voeren.

In het verslag van PSOE wordt eenvoudigweg gesteld dat het doel van deze nieuwe belasting zou zijn om als minimumbelasting te dienen en te voorkomen dat bepaalde autonome regio’s de huidige fiscale regels tenietdoen. Het document specificeert echter niet welke maatregelen of drempels zullen worden geïmplementeerd om dit doel te bereiken. De SUMAR stelt in amendement 112 specifiek voor dat deze aanvullende belasting van toepassing zou zijn op elke verwerving door schenking, erfenis of levensverzekering met een waarde van meer dan één miljoen euro.

Uit beide teksten kan alvast worden geconcludeerd dat de twee coalitiepartijen van plan zijn om de vrijstellingen die door bepaalde autonome regio’s zijn ingesteld voor schenkingen, erfenissen of uitbetalingen van levensverzekeringen tussen naaste familieleden of echtgenoten, effectief af te schaffen.

VERMOGENSBELASTING

In 2023 werd in Spanje eveneens een federale vermogensbelasting ingevoerd onder de naam ‘solidariteitsbijdragen’. Het betrof de invoering van een nieuwe, directe, persoonlijke en aanvullende belasting bovenop de bestaande vermogensbelasting.

De taxatie treft belastingplichtigen met een (Spaans) vermogen dat op 31 december van het gegeven jaar meer dan drie miljoen euro (netto) bedraagt. Voor Spaanse residenten wordt hierbij het wereldwijd vermogen in rekening gebracht. Voor niet-inwoners alleen het Spaans vermogen (denk aan Spaans vastgoed, liquiditeiten op een Spaanse rekening, aandelen van een Spaanse vennootschap, etc.).

Indien de belastingplichtige onder het toepassingsgebied valt van de solidariteitsbijdrage, wordt diens (wereldwijd of Spaans) netto vermogen jaarlijks belast. Er is sprake van een vrijstelling van de eerste 700.000 euro en progressieve tarieven die oplopen tot 3,5%.

De solidariteitsbijdrage is verschuldigd op het gehele Spaanse grondgebied, ongeacht de regionale vermogensbelasting.

Met betrekking tot dit soort belastingen stelt de PSOE voor om “het huidige belastingtarief op het vermogen van de allerrijksten te verhogen tot 5%”. Het rapport geeft echter geen definitie van de term “allerrijksten” of de drempel waarbij dit nieuwe maximale belastingtarief (5%, vergeleken met de huidige 3,5%) van toepassing zou zijn.

Ondertussen stelt SUMAR in amendement 115 de volgende wijzigingen voor:

• Verlaging van de drempel voor de toepassing van de solidariteitsbijdrage tot één miljoen euro, waar deze momenteel drie miljoen euro is.
• Wijziging van de bestaande beperkingen op de vermogensbelasting zodat rekening wordt gehouden met de daadwerkelijk door de belastingbetaler betaalde personenbelasting en niet met het theoretische quotum (dat de belastingbetaler geacht werd te betalen, maar dat door de autonome regio werd verlaagd of gecompenseerd).

Houd er rekening mee dat dit wetsontwerpen zijn die het verdere wetgevende proces nog moeten doorlopen. Als het wordt goedgekeurd, lijkt de nieuwe wetgeving met terugwerkende kracht in werking te kunnen treden vanaf 01.01.2025. We volgen op hoe het wetgevingsproces vordert.